Tentamenopdracht “Media en Maatschappij” 24 januari 2014
“Met het betoog kun je een punt van het eindcijfer verdienen. Dit wordt
getoetst tijdens het tentamen. Je schrijft dan een betoog van 400-500 woorden
waarin je een zelfgeformuleerde stelling verdedigt. Deze stelling moet passen
bij een van de thema’s die in de module aan bod komen. Je kunt het schrijven
van het betoog goed voorbereiden door vooraf een opzet te maken met daarin
aanleiding, stelling, argumenten, conclusie en gebruikte bronnen. Je mag deze
opzet niet meenemen naar het tentamen, maar je kunt wel zorgen dat je het goed
in je hoofd hebt. Zorg dat je zoveel mogelijk de literatuur en (web)collegestof
gebruikt in je betoog.”
Elke basisschool zou een mediacoach moeten
hebben.
Mediawijsheid is trending. Helaas komt dat
vooral door negatieve berichten: Project X te Haren, webcammisbruik door
pedoseksuelen en zelfs gevallen van zelfdoding onder jongeren, die slachtoffer
waren van aanhoudend cyberpesten.
Stuk voor stuk heftige voorbeelden van hoe ernstig
het mis kan gaan in deze digitale cultuur, wanneer we niet over de juiste
kennis en vaardigheden beschikken. Maar vaardigheden zijn niet alleen belangrijk
om ons te beschermen tegen de potentiële gevaren van internet en social media. Zoals
de Raad voor Cultuur al in 2005 aangaf, gaat mediawijsheid om drie belangrijke
zaken: functioneren, participeren en produceren. Dus ook om actief en
volwaardig deel te kunnen nemen aan deze netwerksamenleving, te kunnen
participeren, moet men over bepaalde skills beschikken. De benodigde
vaardigheden, beschreven door Henry Jenkins (2006), omvatten bijvoorbeeld het
delen van kennis, netwerken, maar ook het omgaan met verschillende
perspectieven. Het belang van dat laatste neemt almaar toe, nu de verste
uithoeken van de wereld nog slechts een muisklik weg zijn en sociale omgevingen
steeds meer diversiteit vertonen.
Volgens velen, waaronder de overheid is de
Openbare Bibliotheek de aangewezen plek om mensen, jong en oud, mediawijs te
maken. Er worden ook zeker initiatieven ondernomen door de bieb, op dat gebied.
Maar de toegankelijkheid laat te wensen over: niet elke woonplaats beschikt
over een bieb, de openingstijden zijn beperkt en daarbij vindt een groot deel
van de doelgroep de bieb gewoon niet cool.
Leren functioneren en participeren is
wellicht een verantwoordelijkheid die bij ouders gelegd kan worden. Maar
wanneer ouders zelf zo dikwijls de mist in gaan, zijn zij dan de aangewezen
personen om hun kinderen hierin te begeleiden? Ik denk hierbij aan de hoaxes en
vermiste personen, die tot in den treure worden geretweet en gedeeld, omdat
niemand eraan denkt de bron te checken. Of alle vormen van identiteitshacks en
–fraude, waar ouders van nu slachtoffer van worden, maar ook “sharents”: ouders
die zoveel over hun kinderen delen op social media, dat we ons kunnen afvragen
of er geen sprake is van inbreuk op de privacy. Deze ouders lijken zich niet
voldoende bewust van het fenomeen “de digitale voetafdruk”.
De meest voor de hand liggende plaats om te
leren is school. Helaas wordt mediawijsheid nog maar in beperkte mate opgenomen
in de lessen. Het is vaak een kwestie van onduidelijkheid op het gebied van
visie, vertaling hiervan naar de praktijk en toetsing. Maar ook de associatie
die veel (oudere) leerkrachten hebben met social media als Facebook en Hyves,
maakt dat het belang van mediawijsheid onderschat wordt. Om die reden zou elke
basisschool een mediacoach moeten hebben. Deze coach kan in overleg met het
team beleid opzetten, leerkrachten begeleiden en zo bijdragen aan een toekomst
vol mediawijze volwassenen, die in hun volle potentie kunnen participeren in
een digitale cultuur.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten